SV | En hun broederen, die het werk in het huis deden, waren achthonderd twee en twintig. En Adaja, de zoon van Jeroham, den zoon van Pelalja, den zoon van Amzi, den zoon van Zacharja, den zoon van Pashur, den zoon van Malchia; |
WLC | וַאֲחֵיהֶ֗ם עֹשֵׂ֤י הַמְּלָאכָה֙ לַבַּ֔יִת שְׁמֹנֶ֥ה מֵאֹ֖ות עֶשְׂרִ֣ים וּשְׁנָ֑יִם וַ֠עֲדָיָה בֶּן־יְרֹחָ֤ם בֶּן־פְּלַלְיָה֙ בֶּן־אַמְצִ֣י בֶן־זְכַרְיָ֔ה בֶּן־פַּשְׁח֖וּר בֶּן־מַלְכִּיָּֽה׃ |
Trans. | wa’ăḥêhem ‘ōśê hamməlā’ḵâ labayiṯ šəmōneh mē’wōṯ ‘eśərîm ûšənāyim wa‘ăḏāyâ ben-yərōḥām ben-pəlaləyâ ben-’aməṣî ḇen-zəḵarəyâ ben-pašəḥûr ben-maləkîyâ: |
En hun broederen, die het werk in het huis deden, waren achthonderd twee en twintig. En Adaja, de zoon van Jeroham, den zoon van Pelalja, den zoon van Amzi, den zoon van Zacharja, den zoon van Pashur, den zoon van Malchia;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En hun broederen, die het werk in het huis deden, waren achthonderd twee en twintig. En Adaja, de zoon van Jeroham, den zoon van Pelalja, den zoon van Amzi, den zoon van Zacharja, den zoon van Pashur, den zoon van Malchia;
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!